mix
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mix
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mix | mixen |
verkleinwoord | mixje | mixjes |
Zelfstandig naamwoord
de mix m
- mengsel (van stoffen of onstoffelijke aard)
- ▸ Er ontstaat een soort gelukscocktail zodra je de hele dag loopt. Een mix van endorfine, serotonine, dopamine, oxytocine en testosteron.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. mengsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mixen |
mix
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mixen
- Ik mix.
- gebiedende wijs van mixen
- Mix!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mixen
- Mix je?
Gangbaarheid
- Het woord mix staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mix" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse werkwoord miscere (mengen).
Naar frequentie | 2136 (werkwoord) |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to mix |
he/she/it | mixes |
verleden tijd | mixed |
voltooid deelwoord |
mixed |
onvoltooid deelwoord |
mixing |
gebiedende wijs | mix |
Werkwoord
mix
- overgankelijk mengen
- «Add the meatballs and stir to mix well.»
- Voeg de gehaktballen toe en roer door om alles goed te mengen.
- «Add the meatballs and stir to mix well.»
- overgankelijk met elkaar omgaan
- onovergankelijk zich vermengen
Afgeleide begrippen
Naar frequentie | 4189 (naamwoord) |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mix | mixes |
Zelfstandig naamwoord
mix
Koerdisch
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
mix
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.