soundmix
- sound·mix
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soundmix | soundmixes soundmixen |
verkleinwoord |
de soundmix m
- live zang samen met het geluid van een van tevoren opgenomen muziekband
- Shara wint soundmix Pius X - Shara Bahloul van de locatie Van Renneslaan van het Pius X College won woensdagavond de soundmixshow van de scholengemeenschap met het nummer ‘Sweet dreams’ van Beyonce. Tweede werd Romy Vitadamo, derde Roel Biemans, beiden van de hoofdlocatie. [1]
vervoeging van |
---|
soundmixen |
soundmix
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soundmixen
- Ik soundmix.
- gebiedende wijs van soundmixen
- Soundmix!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soundmixen
- Soundmix je?
- Het woord soundmix staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia 11-maart-2010