melkkoe
- melk·koe
- samenstelling van melk zn en koe zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melkkoe | melkkoeien |
verkleinwoord | melkkoetje | melkkoetjes |
de melkkoe v
- (evenhoevigen) een soort koe die gekweekt wordt voor haar melkproductie
- ▸ Een megastal is groter dan 1,5 hectare. In de meeste megastallen (514) zitten melkkoeien. In 233 van de stallen zitten moedervarkens, in 84 melkgeiten en in 74 legkippen.[1]
- (economie), (figuurlijk) een product of onderneming waar forse winst mee gemaakt wordt, uitgemolken
- [1] vleeskoe
- [1] koe
1. een soort koe die gekweekt wordt voor haar melkproductie
- Het woord melkkoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "melkkoe" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Aantal megastallen is in vijf jaar met bijna een kwart gestegen” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be