mafisch
- ma·fisch
- van Engels mafic, een samenstellende afleiding van Latijn magnesium "magnesium" en [[ferrum#Latijn|ferrum]] "ijzer" met het achtervoegsel -ic, in het Nederlands vertaald met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mafisch | mafischer | |
verbogen | mafische | mafischere | |
partitief | mafisch | mafischers | - |
mafisch
- (geologie) relatief arm aan silica of silicahoudende mineralen. Kan zowel van gesteenten, mineralen als lava of magma gezegd worden
- Lava uit submariene vulkanen heeft meestal een mafische samenstelling.
- basisch (verouderd)
1. arm aan silica of silicahoudende mineralen
- Het woord 'mafisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ma·fisch
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
mafisch |
mafischer |
am mafischten |
alle verbuigingsvormen |
mafisch