losheid
- los·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | losheid | |
verkleinwoord |
de losheid v
- het informeel zijn
- Bovendien spreekt hij te snel, alsof hij op het feestje van de baas is. Ebbink adviseert de nieuwslezer dan ook om langzamer te praten. Maar, zo benadrukt ze, voor het presenteren van een talkshow of amusementenprogramma's kunnen juist de losheid en lichtheid van Nieman van pas komen. [2]
- ,,Het corset waarin een nieuwslezer zit, begon te veel te knellen. Bij BNR leid ik debatten, werken we met panels; ik ontdekte een soort losheid en diepgang die ik bij RTL niet heb. Bij het RTL Nieuws is over elke komma nagedacht en is de bewegingsvrijheid heel klein. Ik heb er jaren fantastisch gewerkt, maar ik ontdek nu dat meer is in het leven en dat ik meer wíl in het leven. Ik ben 53: als ik dit niet doe, gebeurt het waarschijnlijk nooit meer.” [3]
- ontspannen
- "Dat komt door zenuwen en losheid. Ik ben geen moment echt los geweest. Mijn benen niet, mijn armen niet. Dus ja, dan wordt het heel lastig. Er was geen één moment dat ik echt goed in de wedstrijd zat." [4]
- [1] schwung ongekunsteldheid, natuurlijkheid, flair, lichtheid, gemakkelijkheid, informeel
- [2] ontspannen, relaxed, souplesse, vlotheid, onbevangenheid
- Het woord losheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "losheid" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 24-11-11 'Het lijkt wel of nieuwslezer Rick Nieman op een feestje is'
- ↑ De Telegraaf MARCEL FROST 09 mei 2016 Roelof Hemmen:’corset knelde’
- ↑ De Telegraaf 31 mei 2017 Onrust in hoofd nekt Bertens
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be