gemakkelijkheid
- ge·mak·ke·lijk·heid
- afgeleid van gemakkelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemakkelijkheid | gemakkelijkheden |
verkleinwoord | - | - |
de gemakkelijkheid v
- het gemakkelijk zijn
- Het woord gemakkelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.