Nederlands

 
Kwets, Prunus domestica
Uitspraak
Woordafbreking
  • kwets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwets kwetsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kwetsv / m

  1. (bloemplanten) een ondersoort Prunus domestica ssp. domestica   van de pruim met kleine, langwerpige, blauwe, weinig sappige vruchten
  2. (fruit) vrucht van deze plant, een paarse kleine langwerpige pruim, met wat steviger vruchtvlees dan de gewone pruim (erg geschikt voor jam)
    (wikidata: kwets  )
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: pruim   

Werkwoord

vervoeging van
kwetsen

kwets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwetsen
    • Ik kwets. 
  2. gebiedende wijs van kwetsen
    • Kwets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwetsen
    • Kwets je? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen