pruimedant
- Geluid: pruimedant (hulp, bestand)
- IPA: / ˌprœyməˈdɑnt / (3 lettergrepen)
- prui·me·dant
- van Frans prune d'ente "pruim van een geënte boom", als teken van goede kwaliteit, in de betekenis van ‘gedroogde pruim’ voor het eerst aangetroffen in 1825 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pruimedant | pruimedanten |
verkleinwoord | pruimedantje | pruimedantjes |
- (fruit) gedroogde (blauwe) vrucht van de pruimenboom, Prunus domestica (wikidata: pruimedant )
- rode wijn en pruimedanten
zeer veel drank en ook fazanten
tonnen bier en stapels brood
harde worst vol kokosnoot
een witte saus van weleer
ach, wat wil een mens nog meer!
tekst: Wim T. Schippers, Zang: Sjef van Oekel
Uit de Barend Servet-show
- rode wijn en pruimedanten
1.
- Het woord pruimedant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pruimedant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "pruimedant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3