krekel
- kre·kel
- van Middelnederlands crekel, in de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krekel | krekels |
verkleinwoord | krekeltje | krekeltjes |
de krekel m
- (rechtvleugeligen) een insect van de familie Gryllidae van de orde Orthoptera (sprinkhanen en krekels). Krekels behoren tot de subgroep langsprietigen (Ensifera )
- Een krekel tsjirpt door de vleugels langs de poten te wrijven.
- ▸ Overal waar je keek zag je leven in de woestijn. Duikende vogels, mieren, hagedissen en het onophoudelijke gezang van de krekels.[3]
- boomkrekel, boskrekel, dierentuinkrekel, huiskrekel, tabakskrekels, veldkrekel, zuidelijke veldkrekel
- mierenkrekels
- mierenkrekel, mormonenkrekel
- sprinkhaan
1. Gryllidae
- Het woord krekel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krekel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ krekel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "krekel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be