kreek
- kreek
- In de betekenis van ‘smal water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 976 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kreek | kreken |
verkleinwoord | kreekje | kreekjes |
- een kleine beschermde inham
- De rustige wateren in de kreek zijn ideaal voor een variëteit aan watersporten.
- een smal stilstaand water, vooral naar een dijkdoorbraak
- Na dichting van het gat in de dijk blijft de kreek over.
- een kleine, door de natuur gevormde zeearm
- Wanneer een inham doordringt tot ver in het land wordt ook wel gesproken van een kreek.
- een kleine watergeul; vaak zijarm van een rivier(tje)
- Er ontstonden diepe watergeulen die na het dijkherstel als kreken in het landschap achterbleven.
- een smal vaarwater tussen ondiepten of eilanden
- Dit was vroeger een strategische plek, men kon zien welke schepen de kreek binnenvoeren.
- [4] watergang
3. een kleine, door de natuur gevormde zeearm
5. een smal vaarwater tussen ondiepten of eilanden
- Het woord kreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kreek" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kreek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be