baai
- baai
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inham’ voor het eerst aangetroffen in 1617 [1]
- [2] [3] [4] [5] [6]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baai | baaien |
verkleinwoord | baaitje | baaitjes |
- (geologie) een landinwaartse uitstulping van een zee of oceaan [8]
- De boottocht door de baai was echt fenomenaal!
1. een landinwaartse uitstulping van een zee of oceaan
- Het woord baai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baai" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[11] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "baai" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ baai op website: Etymologiebank.nl
- ↑ baai op website: Etymologiebank.nl
- ↑ baai op website: Etymologiebank.nl
- ↑ baai op website: Etymologiebank.nl
- ↑ baai op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be