flanel
Nederlands
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flanel | flanellen |
verkleinwoord | - | - |
Woordafbreking
- fla·nel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geweven stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1601 [1]
Zelfstandig naamwoord
het flanel o
- (kleding) een textielsoort van los gesponnen garen, gewoonlijk van geruwde wollen of katoenen stof, maar ook wel van kunstvezels vervaardigd
Vertalingen
1. een textielsoort van los gesponnen garen, gewoonlijk van geruwde wollen of katoenen stof, maar ook wel van kunstvezels vervaardigd.
Gangbaarheid
- Het woord flanel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flanel" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "flanel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /flanɛl/
Woordafbreking
- fla·nel
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)