kor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kor | korren |
verkleinwoord | korretje | korretjes |
Zelfstandig naamwoord
- (visserij) trechtervormig sleepnet
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
korren |
kor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korren
- Ik kor.
- gebiedende wijs van korren
- Kor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korren
- Kor je?
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kor" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Hongaars
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
kor
Nynorsk
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- kor
Bijwoord
kor
Synoniemen
- [1]: korleis
Zelfstandig naamwoord
kor o
Zweeds
Uitspraak
Naar frequentie | 4948 |
---|
Zelfstandig naamwoord
kor
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van ko