• oes·ter·kor
enkelvoud meervoud
naamwoord oesterkor oesterkorren
verkleinwoord oesterkorretje oesterkorretjes

de oesterkorv / m

  1. een ijzeren raamnet waarmee op oesters gevist wordt
    • Het trekken van zware oesterkorren met open achterkant door de bedden met in de Oosterschelde verzaaide kweekoesters zorgt ervoor dat de groei van het pantser van de oester beperkt wordt.