boomkor
- Geluid: boomkor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkɔr / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɔr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɔr/
- boom·kor
- samenstelling van boom en kor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkor | boomkorren |
verkleinwoord | - | - |
- een visnet dat aan de voorkant open wordt gehouden door een 'boom' en dat over de bodem getrokken wordt
- Het woord boomkor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boomkor" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be