kinderziekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kinderziekte (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkɪn.dərˌzik.tə/
Woordafbreking
- kin·der·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderziekte | kinderziektes kinderziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kinderziekte v
- ziekte die vooral bij kinderen voorkomt
- Bof, mazelen en kinderverlamming zijn bekende kinderziektes.
- (figuurlijk) fout, tekortkoming of moeilijkheid die in een nieuw voorwerp, project of plan schuilt maar die na ingebruikneming of inkrachttreding door tussentijdse verbeteringen of aanpassingen verdwijnt
Synoniemen
- [2] aanloopprobleem
Verwante begrippen
Vertalingen
1. ziekte bij kinderen
2. fout, tekortkoming bij een nieuw voorwerp, project of plan
Gangbaarheid
- Het woord kinderziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kinderziekte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be