kaper
- ka·per
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaper | kapers |
verkleinwoord | kapertje | kapertjes |
de kaper m
- (geschiedenis), (scheepvaart) vroegere zeerover die met een machtiging van de overheid werkte
- (misdaad), (transport) terrorist die een vliegtuig, trein, schip of e.d. kaapt
- (kleding) hoofddeksel met een aangeknipte kraag over de schouders
- [1] vrijbuiter, zeerover, piraat
- Kapers op de kust
Mensen die op de loer liggen om maar ergens voordeel uit te kunnen trekken
2. terrorist
|
- Het woord kaper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaper" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be