vrijbuiten
- Geluid: vrijbuiten (hulp, bestand)
- vrij·bui·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijbuiten |
vrijbuitte |
gevrijbuit |
zwak -t | volledig |
vrijbuiten
- inergatief (geschiedenis) als kaper varen, op roof uitgaan
- inergatief avonturieren
- Het woord vrijbuiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.