• hor·mon
enkelvoud meervoud
naamwoord hormon hormons
verkleinwoord - -

het hormono

  1. (biochemie), (biologie), (medisch) een stof die door een endocriene klier wordt afgescheiden en een bepaald effect veroorzaakt in het lichaam
     In drop komt echter een stof voor waarvan de chemische samenstelling veel overeenkomst vertoont met een hormon dat het lichaam normaliter produceert.[2]
      Na intermusculaire of intraveneuse inspuiting van dit hormon (15 tot 20 ccm.) komt na 5 tot 7 dagen een eenige maanden aanhoudende darmperistaltiek tot stand, zonder dat er eenig onaangenaam bijkomstig versohïjnsel bij optreedt.[3]
  • hormoon (meer gangbare uitspraakvariant)
   1. zie: hormoon   
12 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[4]
  1. hormon op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron Vraag het aan de dokter in: De Waarheid  , jrg. 26 nr. 301 (23 december 1965), p. 4 kol. 4
  3.   Weblink bron Een nieuw geneesmiddel. in: Het Vaderland  , jrg. 42 nr. 193 (13 augustus 1910), M. Nijhoff & C.A. van Reyn, 's-Gravenhage, p. 5 kol. 5
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • hor·mon
enkelvoud meervoud
nominatief   hormon     hormonlar  
genitief   hormonun     hormonların  
datief   hormona     hormonlara  
accusatief   hormonu     hormonları  
locatief   hormonda     hormonlarda  
ablatief   hormondan     hormonlardan  

hormon

  1. (biochemie), (biologie), (medisch) hormoon