• he·te·ro·zy·goot
enkelvoud meervoud
naamwoord heterozygoot heterozygoten
verkleinwoord heterozygootje heterozygootjes

de heterozygootv / m

  1. (biologie) een (diploïd) organisme dat twee allelen van een gen heeft
    • Deze heterozygoot heeft rode bloemen. 
stellend
onverbogen heterozygoot
verbogen heterozygote

heterozygoot

  1. (biologie) in het bezit zijnde van twee allelen van een gen bij een (diploïd) organisme
    • Die bloem is heterozygoot voor het gen dat voor rode bloemen codeert.