heterozygoot
- Geluid: heterozygoot (hulp, bestand)
- IPA: /ˈhetroziˌgot/
- he·te·ro·zy·goot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heterozygoot | heterozygoten |
verkleinwoord | heterozygootje | heterozygootjes |
- (biologie) een (diploïd) organisme dat twee allelen van een gen heeft
- Deze heterozygoot heeft rode bloemen.
1. een (diploïd) organisme dat twee allelen van een gen heeft
stellend | |
---|---|
onverbogen | heterozygoot |
verbogen | heterozygote |
heterozygoot
- (biologie) in het bezit zijnde van twee allelen van een gen bij een (diploïd) organisme
- Die bloem is heterozygoot voor het gen dat voor rode bloemen codeert.
1. in het bezit zijnde van twee allelen van een gen bij een (diploïd) organisme
- Het woord 'heterozygoot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.