• zy·goot
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cel ontstaan uit de versmelting van twee gameten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zygoot zygoten
verkleinwoord zygootje zygootjes

de zygootv / m

  1. (biologie) een cel die ontstaan is uit de versmelting van twee geslachtscellen
    • In die biologie wordt het begrip "zygoot" veel gebruikt. 
49 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[2]