zygoot
- zy·goot
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cel ontstaan uit de versmelting van twee gameten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zygoot | zygoten |
verkleinwoord | zygootje | zygootjes |
- (biologie) een cel die ontstaan is uit de versmelting van twee geslachtscellen
- In die biologie wordt het begrip "zygoot" veel gebruikt.
- Het woord zygoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zygoot" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zygoot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be