• heir·kracht
enkelvoud meervoud
naamwoord heirkracht heirkrachten
verkleinwoord - -

de heirkrachtv / m

  1. (militair) (verouderd) georganiseerde groep strijders
      Op den dag, tot de vergadering der Frankische heirkracht vastgesteld, hadden de oversten van al de Gouwen des Bonds zich met het aangekondigde getal Priemen in het Kamerijksche veld bevonden.[1]
  2. (religie) (christendom) overmacht van God die het kwaad overwint
     Opgevaren naar de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevankelijk weggevoerd en gaven genomen om uit te delen onder de mensen. En dus, door het uitzenden van de gezegende Geest als de vrucht van Zijn vroeger lijden en dadelijke bemiddeling, maakt Hij Zijn volk gewillig op de dag van Zijn heirkracht en werkt Hij in hen het willen en het volbrengen naar Zijn welbehagen.[2]
     Zij zei dat zelfs de gewilligheid van nature niet bij ons wordt gevonden, want wij zijn geheel onwillig om tot Christus te komen. Daarom zijn de voorwaarden van het nieuwe verbond absoluut. Zij zijn in het geheel niet afhankelijk van iets van onszelf. „Uw volk zal zeer gewillig zijn op de dag van Uw heirkracht.”[3]
  3. (figuurlijk) overheersende invloed waartegen niemand zich met succes kan verzetten
     Ik stel mij voor dat de mens op alle gebeurtenissen reageert volgens zijn aard, zodat er in zijn leven een lijn zit, wat hem ook moge overkomen, maar dat hij onderworpen wordt aan allerlei toevalligheden met heirkracht. Zijn ouders, zijn levensmilieu heeft hij al niet zelf gekozen en tot ver in zijn jeugd moet hij gehoorzamen. Wanneer hij in theorie zelf zijn leven kan maken, worden hem nog voortdurend wegomleidingen opgelegd en een oorlog is een streep door ieders rekening.[4]
14 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[5]
  1.   Weblink bron “Volledige werken 39. Hlodwig en Clothildis.” (1912), J. Lebègue, Brussel, p. 91
  2.   Weblink bron
    J. C. Philpot
    “Toepassing” (01-08-2015), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Dugald Buchanan, arbeidzaam dichter uit de Schotse Hooglanden” (25-11-2016), Reformatorisch Dagblad
  4.   Weblink bron
    Gerard Walschap geciteerd door Albert Westerlinck
    “Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal.” (1970), Heideland - Orbis, Hasselt, p. 55
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be