harpij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- har·pij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harpij | harpijen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de harpij v
- (mythologie) fabeldier uit de Griekse mythologie
- (havikachtigen) Harpia harpyja grootste arend van Zuid-Amerika behorend tot de familie havikachtigen (Accipitridae)
- (scheldwoord) feeks
Verwante begrippen
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord harpij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harpij" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ harpij op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be