Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • har·pij·arend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord harpijarend harpijarenden
verkleinwoord harpijarendje harpijarendjes

Zelfstandig naamwoord

de harpijarendm

  1. (havikachtigen) Harpyopsis novaeguineae   een vogel uit de familie van de Accipitridae   (havikachtigen) en het monotypische geslacht Harpyopsis  . De in Zuid-Amerika voorkomende wurgarend en de harpij zijn soorten uit nauw verwante geslachten. Het is een endemische soort roofvogel uit Nieuw-Guinea
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie