Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • har·mo·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen harmonisch harmonischer
verbogen harmonische harmonischere
partitief harmonisch harmonischers -

Bijvoeglijk naamwoord

harmonisch

  1. harmonieus
  2. welluidend
  3. (wiskunde) volgens een bepaalde wiskundige reeks
  4. (muziek) waarin de verhouding van de lengte van een trillende snaar de wiskundige principes volgt van prime (1/1), octaaf (1/2), dubbeloctaaf (1/3) etc, en waar de onderverdeling van een snaar in 1/1 (prime), 1/2(octaaf), 1/3 (kwint), 1/4(kwart), 1/5 (terts) etc. de wiskundige reeks volgen
  5. (natuurkunde) (elektrotechniek) met een sinusvormige frequentie
    • om iets van het begrip harmonisch te begrijpen moeten we beginnen bij Pythagoras, sprak meester Valentijn 
Antoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

(Pythagoras)