halveren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van halveren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | halveren | te halveren | ||||||||
toekomend | zullen halveren | te zullen halveren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gehalveerd | te hebben gehalveerd | ||||||||
toekomend | gehalveerd zullen hebben | gehalveerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
halverend | gehalveerd | ev. halveer |
mv. verouderd halveert |
halvere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | halveer | halveert | halveert | halveert | halveert | halveren | halveren | halveren | |||
verleden (o.v.t.) | halveerde | halveerde | halveerde | halveerde | halveerde | halveerden | halveerden | halveerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal halveren | zult/zal halveren | zult/zal halveren | zult halveren | zal halveren | zullen halveren | zullen halveren | zullen halveren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou halveren | zou halveren | zou(dt) halveren | zoudt halveren | zou halveren | zouden halveren | zouden halveren | zouden halveren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gehalveerd | hebt gehalveerd | hebt/heeft gehalveerd | hebt gehalveerd | heeft gehalveerd | hebben gehalveerd | hebben gehalveerd | hebben gehalveerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gehalveerd | had gehalveerd | had gehalveerd | hadt gehalveerd | had gehalveerd | hadden gehalveerd | hadden gehalveerd | hadden gehalveerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehalveerd hebben | zal/zult gehalveerd hebben | zult/zal gehalveerd hebben | zult gehalveerd hebben | zal gehalveerd hebben | zullen gehalveerd hebben | zullen gehalveerd hebben | zullen gehalveerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehalveerd hebben | zou gehalveerd hebben | zou/zoudt gehalveerd hebben | zoudt gehalveerd hebben | zou gehalveerd hebben | zouden gehalveerd hebben | zouden gehalveerd hebben | zouden gehalveerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gehalveerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gehalveerd | er is gehalveerd | |||||||||
verleden | er werd gehalveerd | er was gehalveerd | |||||||||
toekomend | er zal gehalveerd worden | er zal gehalveerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gehalveerd worden | er zou gehalveerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gehalveerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gehalveerd worden | gehalveerd te worden | ||||||||
toekomend | gehalveerd zullen worden | gehalveerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gehalveerd zijn | gehalveerd te zijn | ||||||||
toekomend | gehalveerd zullen zijn | gehalveerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | — | — | — | — | wordt gehalveerd | — | — | worden gehalveerd | |||
verleden (o.v.t.) | — | — | — | — | werd gehalveerd | — | — | werden gehalveerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | — | — | — | — | zal gehalveerd worden | — | — | zullen gehalveerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | — | — | — | — | zou gehalveerd worden | — | — | zouden gehalveerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | — | — | — | — | is gehalveerd | — | — | zijn gehalveerd | |||
verleden (v.v.t.) | — | — | — | — | was gehalveerd | — | — | waren gehalveerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | — | — | — | — | zal gehalveerd zijn | — | — | zullen gehalveerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | — | — | — | — | zou gehalveerd zijn | — | — | zouden gehalveerd zijn |