halveren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hal·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
halveren |
halveerde |
gehalveerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
halveren
- overgankelijk tot de helft terugbrengen
- De rechtbank halveert de geëiste straf.
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord halveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halveren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Nederlandse spellingregels - Gelijkvormigheid
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be