• hal·ve·re
vervoeging van
halveren

halvere

  1. aanvoegende wijs van halveren



  • hal·ve·re
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord halv met het achtervoegsel -ere.
vervoeging
onbepaalde wijs halvere
tegenwoordige tijd halverer
verleden tijd halverte
voltooid
deelwoord
halvert
onvoltooid
deelwoord
halverende
lijdende vorm halveres
gebiedende wijs halver
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

halvere

  1. overgankelijk halveren
    «USAs president Barack Obama ønsker å halvere landets enorme budsjettunderskudd i løpet av sin første presidentperiode.»
    US President Barack Obama wil het enorme begrotingtekort van het land tijdens zijn eerste presidentschap halveren.



  • hal·ve·re
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord halv met het achtervoegsel -ere.
vervoeging
onbepaalde wijs halvere
halvera
tegenwoordige tijd halverer
verleden tijd halverte
voltooid
deelwoord
halvert
onvoltooid
deelwoord
halverande
lijdende vorm halverast
(bijvorm): halveras
gebiedende wijs halver
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

halvere

  1. overgankelijk halveren