grande
- gran·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grande | grandes |
verkleinwoord | - | - |
de grande m
- (regering) iemand die behoort tot de machtigste mannen van een rijk
- Het museo Correale is een paleisachtige villa, een adellijk bezit. Een van de grandes van het hof van de Bourbonnenkoning heeft er gewoond en schilderijen gekocht. [2]
- "Eenheid van recht" woei van het admiraalsschip; "Vooruitgang" juichten alle sloepen. De grandes van Amsterdam II, Breukelen en Apeldoorn wedijverden in heilbeden, terwijl zij zee koos. Wel mocht de minister, die haar zoo zag henenzeilen, dankbaar en hoopvol lachen over zijn Armada, zijn Welbewapende. Wie zou haar keeren? [3]
- (adel) (Spanje, Portugal) titel voor hoogste adel
- [1] magnaat, rijksgrote
- Het woord grande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grande" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ grande op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Schulte, A.G."De kunstschilder Anton Sminck Pitloo (1791-1837). Speurtocht naar en wederwaardigheden rond het portret van een Arnhemse Napolitaan" in: Arnhem de genoeglijkste jrg. 25 nr. 2 (juni 2005) Arnhems Historisch Genootschap "Prodesse Conamur", Arnhem; p. 53; geraadpleegd 2019-06-13
- ↑ Vollenhoven, C. van"Inlandsch recht en inlandsche Christenen" (1 november 1910) in: Het adatrecht van Nederlandsch-Indië. Deel 3 (1933) E.J. Brill, Leiden; p. 286; geraadpleegd 2019-06-13
- ↑ Wouters, R.Antwerpen, de Groenplaats en het standbeeld van Rubens (18 maart 2016) op website: historiek.net; geraadpleegd 2019-06-13
- ↑ Uitgezochte verhalen en vermakelijke geschiedenissen (1841) Nederlandse Maatschappij van Schoone Kunsten, 's-Gravenhage; p. 40; geraadpleegd 2019-06-13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
grande
- vrouwelijk enkelvoud van grand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | grande | grandi |
vrouwelijk | grande | grandi |
grande m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | grande | grandes |
vrouwelijk | grande | grandes |
grande
- IPA: /ˈgɾan.de/
- gran·de
enkelvoud | meervoud |
---|---|
grande | grandes |
grande m
- [1] noble
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | grande | grandes |
vrouwelijk | grande | grandes |
grande
- [1] gran
- IPA: /grandɛ/
grande