gezichtsscherm
- Geluid: gezichtsscherm (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈzɪxtaxɛrəm / (4 of 5 lettergrepen)
- ge·zichts·scherm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezichtsscherm | gezichtsschermen |
verkleinwoord | gezichtsschermpje | gezichtsschermpjes |
de gezichtsscherm m
- (medisch) doorzichtige kunststof gezichtsbedekking die het gezicht tegen inkomende stofdeeltjes of speekseldruppels moet beschermen
- ▸ Terwijl de patiënt haar mond spoelt, voorzien tandarts en assistent zichzelf van mondkapje en gezichtsscherm, een ‘spatscherm’.[1]
- ▸ Gezichtsschermen werden tot dusver niet in Nederland geproduceerd. De extra productie moet helpen de dreigende tekorten van medische beschermingsmiddelen tegen te gaan, aldus het Nijmeegse ziekenhuis.[2]
- (sport) (autoracen. motorracen) doorzichtige kunststof gezichtsbedekking die het gezicht van een coureur tegen inkomende stof en regen moet beschermen
- ▸ Winnaar Jackie Stewart was een van de weinigen die de hele wedstrijd zijn „visor" ophield, het geelgekleurde. plastic gezichtsscherm dat door zijn vorm de regen naar links en rechts wegperst. Het verleende de Schot het uiterlijk van een maanreiziger.[3]
-
1. Een gezichtsscherm dat met behulp van 3D-printen is gemaakt
-
2. Het gezichtsscherm van deze helm is omhoog geklapt.
- [1] gelaatscherm
- [1] spatscherm
1. doorzichtige kunststof gezichtsbedekking
|
- Het woord gezichtsscherm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Christiaan Paauwe“Medische behandeling van een vijfde van de nieuwe kankerpatiënten uitgesteld” (22 april 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Henk StrabbingRegenscherm van winnaar in: De Volkskrant , jrg. 47 nr. 13279 (24 juni 1968), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p.9 kol. 3/4