geruststellen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van geruststellen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geruststellen | gerust te stellen | ||||||
toekomend | zullen geruststellen gerust zullen stellen |
te zullen geruststellen gerust te zullen stellen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gerustgesteld | te hebben gerustgesteld | ||||||
toekomend | gerustgesteld zullen hebben | gerustgesteld te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
geruststellend | gerustgesteld | ev. stel gerust |
mv. verouderd stelt gerust |
stelle gerust (bijzin) geruststelle | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | stel gerust | stelt gerust | stelt gerust | stelt gerust | stelt gerust | stellen gerust | stellen gerust | stellen gerust | |
verleden (o.v.t.) | stelde gerust | stelde gerust | stelde gerust | stelde gerust | stelde gerust | stelden gerust | stelden gerust | stelden gerust | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal geruststellen | zult/zal geruststellen | zult/zal geruststellen | zult geruststellen | zal geruststellen | zullen geruststellen | zullen geruststellen | zullen geruststellen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geruststellen | zou geruststellen | zou(dt) geruststellen | zoudt geruststellen | zou geruststellen | zouden geruststellen | zouden geruststellen | zouden geruststellen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | geruststel | geruststelt | geruststelt | geruststelt | geruststelt | geruststellen | geruststellen | geruststellen | |
verleden (o.v.t.) | geruststelde | geruststelde | geruststelde | geruststelde | geruststelde | geruststelden | geruststelden | geruststelden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal geruststellen gerust zal stellen |
zult/zal geruststellen gerust zult/zal stellen |
zult/zal geruststellen gerust zult/zal stellen |
zult geruststellen gerust zult stellen |
zal geruststellen gerust zal stellen |
zullen geruststellen gerust zullen stellen |
zullen geruststellen gerust zullen stellen |
zullen geruststellen gerust zullen stellen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geruststellen gerust zou stellen |
zou geruststellen gerust zou stellen |
zou(dt) geruststellen gerust zou(dt) stellen |
zoudt geruststellen gerust zoudt stellen |
zou geruststellen gerust zou stellen |
zouden geruststellen gerust zouden stellen |
zouden geruststellen gerust zouden stellen |
zouden geruststellen gerust zouden stellen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gerustgesteld | hebt gerustgesteld | hebt/heeft gerustgesteld | hebt gerustgesteld | heeft gerustgesteld | hebben gerustgesteld | hebben gerustgesteld | hebben gerustgesteld | |
verleden (v.v.t.) | had gerustgesteld | had gerustgesteld | had gerustgesteld | hadt gerustgesteld | had gerustgesteld | hadden gerustgesteld | hadden gerustgesteld | hadden gerustgesteld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerustgesteld hebben | zal/zult gerustgesteld hebben | zult/zal gerustgesteld hebben | zult gerustgesteld hebben | zal gerustgesteld hebben | zullen gerustgesteld hebben | zullen gerustgesteld hebben | zullen gerustgesteld hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerustgesteld hebben | zou gerustgesteld hebben | zou/zoudt gerustgesteld hebben | zoudt gerustgesteld hebben | zou gerustgesteld hebben | zouden gerustgesteld hebben | zouden gerustgesteld hebben | zouden gerustgesteld hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gerustgesteld worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gerustgesteld | er is gerustgesteld | |||||||
verleden | er werd gerustgesteld | er was gerustgesteld | |||||||
toekomend | er zal gerustgesteld worden | er zal gerustgesteld zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gerustgesteld worden | er zou gerustgesteld zijn |