Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·rust·stel·lend

Werkwoord

vervoeging van: geruststellen
verbogen vorm: geruststellende

geruststellend

  1. onvoltooid deelwoord van geruststellen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geruststellend geruststellender geruststellendst
verbogen geruststellende geruststellendere geruststellendste
partitief geruststellends geruststellenders -

Bijvoeglijk naamwoord

geruststellend

  1. iets is geruststellend als het er voor zorgt dat je niet bang of ongerust hoeft te zijn
    • Het is een geruststellend idee dat we nog was geld op de bank hebben staan voor onverwachte uitgaven. 
     ‘Storm? Vannacht? Nee, maak je geen zorgen.’ Na deze geruststellende woorden trokken we ons ieder terug in onze eigen tent. Doordat de wind steeds harder begon te waaien, stak ik om de paar minuten mijn hoofd uit mijn tent om te zien of de wolken groter werden of juist niet.[1]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be