• ge·lijk·aar·dig
  • Samenstellende afleiding van gelijk en aard met het achtervoegsel -ig, gelijk van aard dus
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gelijkaardig gelijkaardiger gelijkaardigst
verbogen gelijkaardige gelijkaardigere gelijkaardigste
partitief gelijkaardigs gelijkaardigers -

gelijkaardig

  1. (Vlaanderen) vele overeenkomsten vertonend
    • Binnen een straal van vijf kilometer werden gelijkaardige verschijnselen opgemerkt. 
65 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be