Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ge·lijk·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vergelijkbaar vergelijkbaarder vergelijkbaarst
verbogen vergelijkbare vergelijkbaardere vergelijkbaarste
partitief vergelijkbaars vergelijkbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

vergelijkbaar

  1. goed te vergelijken
    • Het schubdier van Afrika en de miereneter van Zuid-Amerika spelen een vergelijkbare rol in de dierenwereld van hun werelddeel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be