gannef
- gan·nef
de gannef m
- (Bargoens), meestal (scheldwoord) dief, oplichter, schurk
- Alles is gejat door die gannef!
- meestal (schertsend) boef, schelm (over kinderen die op een slimme manier toch hun zin krijgen)
- Het woord gannef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gannef" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gannef" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be