• friet·kot
enkelvoud meervoud
naamwoord frietkot frietkoten
frietkotten
verkleinwoord frietkotje frietkotjes

het frietkoto

  1. eetgelegenheid waar vooral frieten verkocht worden, waarbij men voor de friet nog de keuze heeft uit diverse sauzen
    • zodra hij in België was, ging hij naar het eerstvolgende frietkot om daar de begeerde portie friet met saus tartaar te consumeren 
    • Belgische frietkot erkend als cultureel erfgoed [1] 
81 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]