mayonaise

Mayonaise in een weckpotje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mayonaise    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌmajoˈnɛːzə/

Woordafbreking

• ma·yo·nai·se

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eiersaus’ voor het eerst aangetroffen in 1847
• Van het Franse mayonnaise, vernoemd naar de stad Maó toen het werd meegenomen uit Frankrijk

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mayonaise	mayonaises
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de mayonaise v

1. (voeding) een saus op basis van eieren met hierin minstens 70% olie

   • Deze mayonaise vind ik eerlijk gezegd niet zo lekker. 

Synoniemen

• mayo

Verwante begrippen

• frietsaus, fritessaus, yogonaise

Vertalingen

    1. een saus op basis van eieren   

Bulgaars: майонeза (bg) v Duits: Majonäse (de) v Engels: mayonnaise (en) Frans: mayonnaise (fr) v

Limburgs: frietbelègk (li) o, majjenaes (li) v Spaans: mayonesa (es) v

Gangbaarheid

• Het woord mayonaise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mayonaise" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

mayonaise

1. (voeding) mayonaise; een saus op basis van eieren met hierin minstens 70% olie

Veluws

Zelfstandig naamwoord

mayonaise

1. (voeding) mayonaise; een saus op basis van eieren met hierin minstens 70% olie