snackbar
- snack·bar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snackbar | snackbars |
verkleinwoord | snackbarretje | snackbarretjes |
- (horeca) een zaak waar men snacks en andere gefrituurde etenswaren verkoopt
- De snackbar verkocht het meeste friet.
1. een zaak waar men snacks en andere gefrituurde etenswaren verkoopt
|
- Het woord snackbar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snackbar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "snackbar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- samenstelling van snack zn en bar zn
enkelvoud | meervoud |
---|---|
snackbar | snackbars |
snackbar