• fraai
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen fraai fraaier fraaist
verbogen fraaie fraaiere fraaiste
partitief fraais fraaiers -

fraai

  1. van opvallende mooie kwaliteit
    • Dat was een fraai staaltje tafeltennis. 
     Kritisch te kijken naar wie je bent geworden en te reflecteren op de minder fraaie eigenschappen die er in de loop van de jaren zijn ingeslopen.[4]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]