fiks
- fiks
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘flink, stevig’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1]
- Van het Latijnse fixus "vast", mogelijk via het Franse fixe hiervan afgeleid
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fiks | fikser | fikst |
verbogen | fikse | fiksere | fikste |
partitief | fiks | fiksers | - |
fiks
- groot, krachtig
- Na wat onderhandelen heb ik een fikse korting bedongen.
- Zijn zelfvertrouwen heeft een fikse knauw gekregen.
- ▸ Een fikse burn-out leidt gemiddeld tot 242 dagen verzuim.[2]
vervoeging van |
---|
fiksen |
fiks
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fiksen
- Ik fiks.
- gebiedende wijs van fiksen
- Fiks!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fiksen
- Fiks je?
- Het woord fiks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fiks" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "fiks" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- fiks
- Afkomstig van het Duitse bijvoeglijke naamwoord fix (= flink, snel), dat van het Latijnse woord fixus (= vast) komt
Naar frequentie | 15142 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | fiks | fiksere | fiksest |
o enkelvoud | fikst | |||
meervoud | fikse | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
fikse | fiksere | fikseste |
fiks
- [1-5]: fiks
- [5]: fikse
- [3]: fiks og færdig
volledig afgewerkt
- [4]: fiks/snild på fingrene
handig, vingervlug
- [5]: en fiks idé
een idee-fixe
fiks
- gebiedende wijs van fikse
- fiks in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk