fikser
- fik·ser
fikser
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van fiks
- Het woord fikser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- fik·ser
Naar frequentie | 11818 |
---|
fikser
- tegenwoordige tijd van fikse
fikser
- gebiedende wijs van fiksere
- fik·ser
Naar frequentie | 1665 |
---|
fikser
- tegenwoordige tijd van fikse
fikser
- gebiedende wijs van fiksere
- fik·ser
fikser
- gebiedende wijs van fiksere