Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ger·vlug
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vingervlug vingervlugger vingervlugst
verbogen vingervlugge vingervluggere vingervlugste
partitief vingervlugs vingervluggers -

Bijvoeglijk naamwoord

vingervlug

  1. heel snel en vlot iets kunnen doen of maken met de handen
    • Vingervlugge Peter Bence naar Nederland: Pianist Peter Bence komt naar Nederland. Volgens Guinness World Records is de Hongaar de snelste pianist ter wereld met maar liefst 765 aanslagen per minuut. Bence is op 28 oktober te zien in Spijkenisse.[1] 
    • Zouden de dames en heren ’volksvertegenwoordigers’ willen stoppen met het twitteren vanuit het Haagsche pluche, vraagt Niels J. Kooijman. De onzintweets die de vingervlugge dames en heren de ether in slingeren vertegenwoordigen in ieder geval niet mijn mening over de vreselijke aanslag op de kerstmarkt in Berlijn.[2] 
  2. behendig en rap kunnen stelen
    • De internationale juwelendief Doris Payne (85) lijkt nog niet met pensioen te zijn gegaan. De kwieke bejaarde verdween dinsdag weer achter de tralies, nadat ze in de stad Atlanta was betrapt. Haar vingervlugge actie in het chique warenhuis Saks werd opgepikt door beveiligingscamera's. Ze had een paar oorbellen van Christian Dior van 690 dollar (625 euro) achterovergedrukt.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 13 aug. 2017
  2. de Telegraaf 21 dec. 2016
  3. de Telegraaf 28 okt. 2015
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be