enerveren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van enerveren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		enerveren			te enerveren
	toekomend		zullen enerveren			te zullen enerveren
voltooid	tegenwoordig		hebben geënerveerd			te hebben geënerveerd
	toekomend		geënerveerd zullen hebben			geënerveerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	enerverend		geënerveerd			ev. enerveer	mv. verouderd enerveert	enervere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	enerveer	enerveert	enerveert	enerveert	enerveert	enerveren	enerveren	enerveren
verleden (o.v.t.)	enerveerde	enerveerde	enerveerde	enerveerde	enerveerde	enerveerden	enerveerden	enerveerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal enerveren	zult/zal enerveren	zult/zal enerveren	zult enerveren	zal enerveren	zullen enerveren	zullen enerveren	zullen enerveren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou enerveren	zou enerveren	zou(dt) enerveren	zoudt enerveren	zou enerveren	zouden enerveren	zouden enerveren	zouden enerveren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geënerveerd	hebt geënerveerd	hebt/heeft geënerveerd	hebt geënerveerd	heeft geënerveerd	hebben geënerveerd	hebben geënerveerd	hebben geënerveerd
verleden (v.v.t.)	had geënerveerd	had geënerveerd	had geënerveerd	hadt geënerveerd	had geënerveerd	hadden geënerveerd	hadden geënerveerd	hadden geënerveerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geënerveerd hebben	zal/zult geënerveerd hebben	zult/zal geënerveerd hebben	zult geënerveerd hebben	zal geënerveerd hebben	zullen geënerveerd hebben	zullen geënerveerd hebben	zullen geënerveerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geënerveerd hebben	zou geënerveerd hebben	zou/zoudt geënerveerd hebben	zoudt geënerveerd hebben	zou geënerveerd hebben	zouden geënerveerd hebben	zouden geënerveerd hebben	zouden geënerveerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geënerveerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geënerveerd				er is geënerveerd
verleden	er werd geënerveerd				er was geënerveerd
toekomend	er zal geënerveerd worden				er zal geënerveerd zijn
voorwaardelijk	er zou geënerveerd worden				er zou geënerveerd zijn