• ener·ve·rend
vervoeging van: enerveren
verbogen vorm: enerverende

enerverend

  1. onvoltooid deelwoord van enerveren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen enerverend enerverender enerverendst
verbogen enerverende enerverendere enerverendste
partitief enerverends enerverenders -

enerverend

  1. spannend, opwindend, op de zenuwen werkend
    • Dit was de enerverendste periode uit zijn leven. 
     In het licht van mijn hoofdlamp zag ik een hele nieuwe dierenwereld: talloze kleine schorpioenen, duizendpoten en nachtvlinders renden en vlogen voor me uit en motachtige insecten cirkelden om mijn hoofd. Behoorlijk enerverend, zo in het donker over het smalle paadje langs de steile bergwand.[1]
  2. afmattend, vermoeiend, zenuwslopend
    • Het was weer een enerverend weekend toen alle kinderen thuis waren. 
  • Betekenis 2 is vooral in Vlaanderen bekend[2].
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Enerverend op website Nederlandse Taalunie: http://taaladvies.net; geraadpleegd 2017-09-09
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be