doorzien
- Geluid: dóórzien (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorzin / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈdo̝rzin/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdorzin/
- IPA: / ˈdorzin / (2 lettergrepen)
- Geluid: doorzíén (hulp, bestand)
- IPA: / dorˈzin / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /do̝rˈzin/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dorˈzin/
- IPA: / dorˈzin / (2 lettergrepen)
- door·zien
- dóórzien, doorzíén [1]: samenstelling van door bw en zien ww
- doorzíén [2]: vervoeging van doorzien: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzien |
zag door |
doorgezien |
klasse 5
onregelmatig |
volledig | [dóórzien] |
dóórzien
- overgankelijkvluchtig iets lezen, doornemen
- Zij hadden het voorstel maar eventjes doorgezien.
1. dóórzien, vluchtig iets lezen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzien |
doorzag |
doorzien |
klasse 5
onregelmatig |
volledig | doorzíén |
doorzíén
- overgankelijk inzien dat iets een poging tot bedrog is
- Hij doorzag het aanlokkelijke aanbod en realiseerde zich dat het afzetterij was.
- voltooid deelwoord van doorzien
- [1] doorhebben
- [1] begrijpen, bevatten, doorgronden
1. inzien dat iets een poging tot bedrog is
- Het woord doorzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorzien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be