• dood·kalm
stellend
onverbogen doodkalm
verbogen doodkalme
partitief doodkalms

doodkalm

  1. heel erg rustig
    • Het begeleidingsteam rond Dafne verzamelt alle data. Meten is weten. De trainers filmen bijna iedere start en kijken die terug. Bart Bennema heeft zijn laptop vol zitten met trainingen en wedstrijden. Na het terugkijken van de zilveren race van Dafne op het WK in Beijing zei hij doodkalm: „We weten wat ons te doen staat.”[2] 
    • Dave Goulson kent een truc voor tuinfeesten. Ga met wat mensen in de buurt van de bloemen staan en let op bijen. Dan, midden in het gesprek, maak je een kommetje van je handen en pakt doodkalm een bij, om hem 10 seconden later weer vrij te laten. Het gesprek zal verstommen: waarom springt die bijengrijper niet gillend van de pijn in het rond? Bijen prikken toch? 'Maar mannetjes niet', zegt Goulson.[3]  
93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Wilfried de Jong 29 juli 2016
  3. Volkskrant Tonie Mudde 10 oktober 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be