• dood·ge·moe·de·reerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen doodgemoedereerd doodgemoedereerder doodgemoedereerdst
verbogen doodgemoedereerde doodgemoedereerdere doodgemoedereerdste
partitief doodgemoedereerds doodgemoedereerders -

doodgemoedereerd

  1. heel erg rustig alsof er niets aan de hand is
    • De momentjes van opwinding volgden elkaar daarna in hoop tempo op, terwijl Kopenhagen eigenlijk tot niets kwam. Traoré legde de bal doodgemoedereerd te rusten op zijn voet uit een hoge bal van doelman André Onana. Alsof hij een kindje in de wieg legde, zo fluweel was de touch en de vaak bekritiseerd Bosz-protégé kreeg een open doekje van het publiek.[2] 
    • Dat moet een apart gezicht zijn. De van strijdlust overlopende topscorer van AZ die doodgemoedereerd bij de receptie van een verzorgingshuis komt vragen of er nog een eenzame bejaarde is die behoefte heeft aan een wandeling en een goed gesprek. Wout Weghorst (24) laat volle stadions striemend fluiten door zijn expressieve mimiek. Het lijkt of er in zijn binnenste iets ontploft als hij scoort of als hij vermoedt dat hem onrecht wordt aangedaan. De lange, getatoeëerde armen en haarlok zwiepen alle kanten op.[3]  
77 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bart Hinke 16 maart 2017
  3. Volkskrant Bart Vlietstra 16 februari 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be