versterkend voorvoegsel
- Geluid: versterkend voorvoegsel (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈstɛrkənt ˌvorvuχsəl/
- ver·ster·kend voor·voeg·sel
- uit versterkend en voorvoegsel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versterkend voorvoegsel | versterkende voorvoegsels |
verkleinwoord | versterkend voorvoegseltje | versterkende voorvoegseltjes |
het versterkend voorvoegsel o
- (taalkunde) linkerdeel in een afleiding of samenstelling dat de betekenis van het rechterdeel benadrukt
- In het woord ingemeen is in- een versterkend voorvoegsel: het betekent "heel gemeen", net zoals intriest de betekenis "heel triest" heeft.
Als het linkerdeel niet als los woord in dezelfde betekenis voorkomt, noemen we het een voorvoegsel en het gevormde woord een afleiding; anders heet het gevormde woord een samenstelling van twee woorden en is het eerste deel daarvan dus geen voorvoegsel. Maar een woord dat vaak als linkerdeel als versterking in samenstellingen wordt gebruikt, blijft soms in die vorm bestaan, terwijl het in zijn zelfstandige vorm verdwijnt of andere betekenissen krijgt. Van de huidige voorvoegsels die een versterkend werken is vaak nog goed aan te geven hoe ze ooit op die manier zijn ontstaan. Daarom wordt de term versterkend voorvoegsel voor beide vormen gebruikt.
- Het woord 'versterkend voorvoegsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.