• IPA: /dɔkɔnaviː/

dokonavý

  1. (taalkunde) perfectief


  • IPA: /dɔkɔnaviː/


  • do·ko·na·vý
  • Afgeleid van het werkwoord dokonat met het achtervoegsel -avý

dokonavý

  1. (taalkunde) perfectief


  • dokonavé sloveso - perfectief werkwoord
  • dokonavý vid - perfectief aspect