doekoe
- doe·koe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doekoe | [2], [3] doekoes |
verkleinwoord | - | - |
de doekoe m
- (straattaal), (informeel) geld, poen
- (plantkunde) bepaald soort boom, Lansium domesticum , die van nature voorkomt in Zuidoost-Azië
- (fruit) vrucht van Lansium domesticum
1. geld, poen
- Het woord doekoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “"Waar komen de geldtermen 'doni' en 'barki' vandaan?” (16 mei 2012) op ivdnt.org
- ↑ doekoe op website: Etymologiebank.nl